Selecteer een pagina

‘Als ik erdoorheen zat in de tijd met kleine kinderen fantaseerde ik weleens over een ziekenhuis­opname, voor iets kleins natuurlijk, omdat ik dan even niets zou hoeven’, schrijft Brenda van Osch in haar column in FD Persoonlijk*.

Ze noemt het als voorbeeld van verlangen naar een ontsnappingsmogelijkheid bij teveel stress of een overdaad aan ballen in de lucht. Herkenbaar! Ik was zo blij verrast dat ze hier woorden aan gaf dat ik graag het stokje overneem.

Mopperdemopper
Nu ik me fysiek weer fitter voel en de kinderen groter zijn gaat het beter, en ik heb ook regelmatig gedacht ‘ik wou dat er iets gebeurde waardoor ik even niet meer hoef te zorgen, te werken, te regelen’. Ik voelde me gestrest, ontevreden, overprikkeld. Deed de dingen steeds vaker zuchtend, mopperde op de kinderen, gooide er nog meer controle in. Wat natuurlijk alleen maar averechts werkte …

Ja, wie doet het anders?!
Ondertussen ging ik gewoon door met de dagelijkse cyclus van alles wat er moet gebeuren. Hoe langer het duurde en hoe drukker ik me voelde – en vooral maakte – hoe minder ik het voor elkaar kreeg om uit mezelf en voor mezelf de juiste dingen te doen. Ik kwam steeds vaster te zitten in de fuik. De fuik van doorgaan omdat het simpelweg nog gaat en ‘het moet toch gebeuren en wie gaat het anders doen?’. Ik was onbewust – ik had niet door waar ik in zat – en daardoor ook onbekwaam om het op te lossen. Enter het verlossingsdenken: wie of wat tovert mij uit deze situatie?

Bewust onbekwamen
‘Bewust onbekwamen’ noemt Van Osch ons nu we door de twee coronajaren inmiddels wel weten wat we willen – meer rust en bewustere keuzes bijvoorbeeld – maar nog niet helemaal weten hoe dat voor elkaar te krijgen. Want ja, ik weet heus hoe het moet en in de realiteit van alledag loop ik toch nog vaak onbekwaam te stressen en mezelf vast te draaien in plaats van ruimte te creëren. Het goede nieuws is: dit bewust zijn is de essentiële eerste stap!

Stap 2
De sleutel naar – liefst meteen maar collectief – ‘bewust bekwaam’ worden zit volgens mij in legitimiteit. Hoe wordt het geaccepteerd en oké om bijtijds te zeggen dat het teveel is, dat het anders moet en niet stug door te rennen tot een burn-out, onoplosbaar relatiegedoe of fysieke klachten. Hoe zorgen we ervoor dat je je dan niet zwak, schuldig of falend voelt? Want dat is de doodsteek natuurlijk; denken dat je door moet gaan omdat je vriendinnen, partner, buren het ook gewoon volhouden.

Zij wel …
Ik zag (en zie) om me heen ook vooral de mensen die het wel moeiteloos lijkt te lukken. Die met een drukke baan, vier kinderen, twee honden en hun stralende zelf hun inzichten delen over hoe ook ik mijn mooiste leven kan leven. ‘Waarom lukt mij dit niet?’ heb ik vaak gedacht. En ik werk niet eens fulltime! En ik heb maar twee kinderen en nul honden!

Jij?
Misschien fantaseer jij net als Brenda en ik ook wel eens over een ontsnappings-mogelijkheid. No worries, je bent niet raar, waarschijnlijk wel overbelast en overprikkeld. En klem in je fuik. Natuurlijk heeft het te maken met je geschiedenis, overlevingspatronen en gevoeligheden, en ook als je zelf redelijk fuikvrij bent lijkt het me een goede zaak om het breder te bezien.

Dus:
Hoe worden we wakker uit deze trance van overleven, en raken we bewust bekwaam in lèven? Hoe gaan we in onze gezinnen, op het werk en maatschappijbreed praten over legitieme manieren om tot onszelf en tot bewuste keuzes te komen? En dat ook durven doen. Misschien moet ik er een hastag voor bedenken … #ikwiluitdefuikenweetniethoe; beetje lang nog. Iemand een idee?

* In mijn ‘hé-wat-een-goed-stuk-dat-moet-ik-bewaren’-mapje vond ik deze column van Brenda van Osch terug. Een van mijn favoriete columnisten in een heel fijn en inspirerend magazine. Je zou het misschien niet direct achter het Financieele Dagblad zoeken, maar koop vooral eens de zaterdageditie en lees FD Persoonlijk.